het productieproces - kopie

Productieproces Strokarton

Schippers voerden de stropakken aan bij de fabrieken. Na het uitladen werden de pakken gewogen door de weger. Meestal werd het stro dan eerst opgeslagen bij de fabriek, in sommige gevallen ging het direct de fabriek in.

De pakken stro verrezen vaak metershoog op de fabrieksterreinen.

Stro inladen (foto mevrouw Swiers):

Daarna werd het stro naar binnengebracht de fabriek in, waar het onder handen werd genomen door de ‘hakselsnieder’. Hij zorgde ervoor dat het stro in kleine stukjes werd gehakt. Daarbij was het van groot belang dat er geen graankorrels in het stro achterbleven. Daardoor zou het karton te papperig worden. De korrels werden door verschillende arbeiders uit het stro gesorteerd. Dit werd gedaan door het stro omhoog te blazen, waardoor de zwaardere korrels als eerst weer naar beneden vielen. Die werden door de arbeiders dan vlug verwijderd.

Bolkoker (foto; Frank Straatemeijer):

Daarna bracht de Jacobsladder het haksel, zoals het stro na verwerking werd genoemd, naar de kokerzolder. In een bedompte atmosfeer werd het haksel gekookt. In zware kokers werd het rondgedraaid en verhit. Kalkmelk werd aan het haksel toegevoegd en het werd aangestampt met een stamper. Het draaien en koken van de pap nam bij grote kokers 8 uur in beslag. De kokerbaas bepaalde of de pap goed genoeg was.

Toevoegen van Kalk (still uit film over De Dollard):

Door de kollerbaas werd de pap vervolgens op de kollerstenen geschept. De kollerstenen liepen als wielen door een bak van hardhouten blokken. De pap werd daarmee nog verder fijngemalen. Bij de kollerstenen werd het pap vermengd met afvalwater waardoor het dunner werd.

De Hollanders (still uit film over de De Dollard):

De pap dreef via een goot verder naar de Hollanders. Met messen werd de pap nog fijner gemalen en werd er opnieuw water toegevoegd. Als de massa fijn genoeg was begon de ‘echte’ kartonproductie.

In gemetselde kuipen werden de laatste stofdeeltjes in de pap verwijderd door een knotenjongen. De knotenbak was een soort schuddende zeef, waarbij de knoten bleven liggen. Die werden door de knotenjongen verwijderd.

Papierbanen (still uit film over De Dollard):

Daarna begin het proces waarbij het vocht uit de massa werd gedrukt. De massa werd door verschillende zeven en persen gehaald en na een behandeling door de doekenpersen, ging het pap door naar de cilinders.

Kleefbak (still uit film over De Dollard):

Daarna ging het karton door naar de kleverij. Via enorme rollen kwam het strokarton hier aan waarna het gesneden en geplakt kon worden.

Tenslotte ging het strokarton naar de expeditie-ruimte. Daar werden de vellen strokarton inpakt door een legio arbeiders.

Functieomschrijvingen van medewerkers van strokartonfabrieken:

De Omroller, de Kokervuller, de Kokerchef, de Papiermaker, de Messenjong, de Verlader, de Strolosser, de Stoker, de Hakselsnijder, de Smid, de Smeerder, de Plakker, de Pompjongen, de Kleverbaas, de Expeditiechef, de Magazijnchef, de Inpakker en de Kalkblusser.

Informatie is afkomstig uit het boek: Uut stro zet. Honderd jaar strokarton in de Groninger Veenkoloniën. Dit boek is uitgegeven door het Veenkoloniaal Museum in 1985.

Functieomschrijven: Willem Friedrich, De Laatste Strohalm (Noordbroek 2009) p. 29, 30.